RKN, Deel 47 2025

Omschrijving

Met de aankoop van deze editie, verbindt u er zich toe alle volgende edities te ontvangen via een abonnementsformule. Het abonnement is te allen tijde eenvoudig opzegbaar via mail.

Het Instituut voor Notarieel Recht van de Faculteit Recht en Criminologie van de UGent beoogt door de “Rechtskroniek voor het Notariaat” in het bijzonder ten behoeve van de notarissen en de kandidaat-notarissen, de advocaten en de advocaten-stagiairs, de magistraten en hun aller medewerkers, alsook in het algemeen aan alle praktijkjuristen, een accurate, wetenschappelijk onderbouwde toelichting te geven bij nieuwe wetten of nieuwe ontwikkelingen in rechtspraak of rechtsleer.

Deze publicatie komt tot stand naar aanleiding van het congres aan de UGent, Instituut Notarieel Recht.

Sprekers/auteurs:

De invloed van giften en erfrechtelijke verkrijgingen op sociale tegemoetkomingen
Prof. dr. Elisabeth ALOFS, hoogleraar en directeur van de opleiding Notariaat aan de Vrije Universiteit Brussel

Giften en erfrechtelijke verkrijgingen kunnen het recht op sociale tegemoetkomingen aanzienlijk beïnvloeden – niet alleen voor de begiftigde, maar ook voor de schenker of testator. Dit speelt onder meer bij tegemoetkomingen voor personen met een handicap, Vlaamse zorgbudgetten, het leefloon, de inkomensgarantie voor ouderen en het Vlaams groeipakket, waar een bestaansmiddelentoets wordt toegepast. Wie schenkt of een erfenis aanvaardt, moet deze impact mee in overweging nemen. Zo kan een ouder die een appartement schenkt aan een volwassen kind met een handicap diens woonzekerheid versterken, maar tegelijk het recht op bepaalde tegemoetkomingen hypothekeren. Voor notarissen is inzicht in deze wisselwerking onmisbaar om cliënten correct te adviseren bij schenkingen, testamenten en ruimer: vermogensplanning. Deze bijdrage biedt dan ook een duidelijk overzicht van de relevante regelingen en hun bestaansmiddelentoets, met praktische handvatten voor de notariële praktijk.

Verkenning van het nieuwe algemeen kooprecht in Boek 7 ‘Bijzondere contracten’ Burgerlijk Wetboek
Prof. dr. Maarten DAMBRE, hoofddocent Universiteit Gent (Bijzondere overeenkomsten en Vastgoedrecht) en advocaat (Frans Baert & Vennoten)

Het nieuwe algemeen kooprecht is het resultaat van het hervormingsproject m.b.t. het oud Burgerlijk Wetboek. Aangezien het verbintenissenrecht grondig werd hervormd door Boek 5 BW was ook een hervorming van het bijzondere contractenrecht noodzakelijk. Het Wetsvoorstel van 20 februari 2025 tot invoeging van Boek 7 ‘Bijzondere contracten’ in het Burgerlijk Wetboek wil het kooprecht vereenvoudigen, herstructureren en meer coherent maken en wil een antwoord bieden op de vraag naar een hedendaags, gemoderniseerd en duidelijker algemeen kooprecht. Tal van overbodige herhalingen uit het algemeen contractenrecht of verouderde afwijkende regels die hun nut hebben verloren, worden geschrapt. Het Wetsvoorstel introduceert nieuwe uniforme begrippen, zoals de ‘conformiteit’ met de daaraan gekoppelde regelgeving inzake de garantie, met een opeenvolging van vrijwarings-, kennisgevings- en verjaringstermijnen. Opvallend is de voorgestelde wijziging van artikel 5.80 BW en de loskoppeling van de eigendomsoverdracht van de risico-overgang. Risico zal voortaan overgaan bij de levering. De bijdrage gidst de lezer doorheen dit nieuwe algemeen kooprecht aan de hand van de Toelichting bij het Wetsvoorstel.

Nieuw algemeen huurrecht in zicht: wat biedt Boek 7 ‘Bijzondere contracten’ Burgerlijk Wetboek? 
Prof. dr. Maarten DAMBRE, hoofddocent Universiteit Gent (Bijzondere overeenkomsten en Vastgoedrecht) en advocaat (Frans Baert & Vennoten)
Het nieuwe algemeen huurrecht is een onderdeel van het Wetsvoorstel van 20 februari 2025 tot invoeging van Boek 7 ‘Bijzondere contracten’ in het Burgerlijk Wetboek. Het nieuwe algemeen huurrecht houdt een vereenvoudiging, modernisering en aanvulling in ten aanzien van de bepalingen over huur in het oud Burgerlijk Wetboek. De vereenvoudiging komt tot uiting in het schrappen van allerlei overbodige bepalingen, die ofwel een herhaling uitmaken van het algemeen verbintenissenrecht, ofwel niet langer verantwoord
zijn. De modernisering blijkt uit het overzichtelijker maken van de bepalingen, onder meer de systematische herformulering van de verbintenissen van verhuurder en huurder en het aanknopen bij het transversale conformiteitsbegrip, waardoor ook inzake huur een monistisch systeem m.b.t. gebreken waarvoor de verhuurder dient in te staan, wordt ingevoerd. Nieuwe regelingen vullen lacunes in het algemeen huurrecht aan. Hiervoor kan worden verwezen naar de codificering van de jurisprudentie i.v.m. de geoorloofdheid van door de huurder uitgevoerde veranderingswerken en de vergoedingsregeling die daarmee gepaard gaat, de regel m.b.t. de aanvang van de opzeggingstermijn indien die op ieder tijdstip kan worden gegeven en de eindplaatsbeschrijving.