De notaris is een openbare ambtenaar. Niet alleen dit bijzondere statuut maar ook zijn essentiële vertrouwensopdracht verklaart waarom de notaris onderworpen is aan een specifieke deontologie.

Waar de deontologie de spontane naleving beoogt van professionele gedragsregels, is de tucht het sanctionerende luik van deze plichtenleer. De wetgever heeft dit tuchtrecht voor notarissen aan een grondige hervorming onderworpen. De procedure is grotendeels onttrokken aan de Organieke Wet Notariaat en voortaan vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek.

Op 17 november 2022 werd door de Kamer het wetsontwerp gestemd tot wijziging van de wet van 16 maart 1803 op het notarisambt, tot invoering van een tuchtraad voor de notarissen en de gerechtsdeurwaarders in het Gerechtelijk Wetboek en diverse bepalingen.
In deze opleiding worden alle facetten besproken van de door voormelde wet vernieuwde tuchtprocedure, waarin de berechting - in eerste aanleg - voortaan integraal wordt uitbesteed aan een extern rechtscollege: de tuchtkamer. De provinciale kamer van notarissen is immers niet langer bevoegd als tuchtrechter. Dat de syndicus en de kamer niettemin een rol blijven spelen in de context van de deontologie en de tucht komt ook uitvoerig aan bod.

Spreker:

Bart Van den Bergh, Raadsheer in het hof van beroep te Antwerpen, plaatsvervangend lid van de Benoemingscommissie voor notarissen, lid CSW en wetenschappelijk medewerker UHasselt