Voordeelbundel RKN (thema vastgoed)
Oorspronkelijke prijs was: € 266,58.€ 186,50Huidige prijs is: € 186,50. incl. btw
Omschrijving
Voor u geselecteerd:
Van appartementsrecht, over erfpacht tot planschade: drie Rechtskronieken die aspecten van het vastgoed belichten. Nu aan bundelprijs.
RKN 39
Sprekers/auteurs:
Erfpacht, opstal en vruchtgebruik: een mijnenveld voor de notaris. Hoe zit het met de verschuldigde registratierechten?
Erik Van Tricht, erenotaris, erevoorzitter Fednot en voormalig gastprofessor UGent
Boek 3 van het BW is in werking getreden op 1 september laatst. Het heeft de aandacht verscherpt voor een aantal zakelijke rechten, waaronder het vruchtgebruik, de erfpacht en de opstal. De vraag dringt zich op of de nuances, verfijningen en wijzigingen die zijn aangebracht ook een weerslag (kunnen) hebben op het fiscale vlak en dus in de eerste plaats op de verschuldigde registratierechten? Tijd om een stand van zaken op te maken én van de aanpassingen van het BW die een fiscale invloed zouden kunnen hebben én van de behandeling inzake registratierechten. Hopelijk moet er niet te veel ontmijnd worden in het mijnenveld. Erfpacht, opstal
Erfpacht, opstal en vruchtgebruik: een tweede mijnenveld voor de notaris. Hoe zit het met de vennootschapsbelasting, de personenbelasting en de btw?
Jan Verhoeye, professor UGent, voorzitter van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, vennoot De Deyne Verhoeye Accountants en Belastingconsulenten
De rechtsfiguren erfpacht, opstal, vruchtgebruik zijn als zakelijke rechten nog steeds flink gebruikt in onroerendgoedtransacties. De vraag daarbij is wat de ontwikkelingen zijn binnen het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en evident het jaarrekeningenrecht vermits
wat onder meer de vennootschapsbelasting betreft, de primauteit van het boekhoudrecht wezenlijk is. De rechtspraak is met wisselend resultaat gedurende de laatste vijf jaar ook geëvolueerd. De vraag wordt beantwoord of het gebruik van deze rechtsfiguren nog steeds aanvaard wordt door de fiscus (Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken of rulingdienst) en de rechtspraak en wat de mogelijke voorwaarden zijn om deze figuren toe te passen. Daarnaast zal stilgestaan worden bij de recente aanpassingen van het wetboek
btw die er kunnen voor zorgen dat de ooit zo veel gebruikte onroerende financieringshuur (leasing) in een aantal gevallen niet meer opportuun is.
Overgangsrecht inzake het nieuwe erfrecht, met bijzondere aandacht voor de moeilijkheden omtrent het vroegere artikel 858bis oud BW
Els Vyncke, doctoraatsonderzoeker UGent en kandidaat-notaris
Wanneer er nieuwe regelgeving ten tonele verschijnt, is het eerste wat we ons afvragen: wat verandert er inhoudelijk? De vraag naar het samenspel tussen de nieuwe en de oude regels komt pas later bovendrijven. Het overgangsrecht zou het antwoord daarop moeten bevatten, maar soms worden er slechts sibillijnse wenken gegeven. Net zoals bij de mythische orakels vergt het de nodige inspanning om dan uit de overgangsbepalingen praktische richtlijnen te destilleren. Deze uiteenzetting gaat in op het overgangsrecht inzake het hervormde erfrecht en focust specifiek op die vragen die slechts summier (of zelfs niet) geregeld zijn, zoals de waarderingsregels voor het samenstellen van de fictieve massa ingeval er een verklaring van behoud, een gift in de zin van het vroegere artikel 918 oBW of een begunstiging bij levensverzekeringscontract voorligt. Bijzondere aandacht gaat naar de inbreng aan en door de langstlevende echtgenoot (het vroegere art. 858bis oBW). Ondanks de afschaffing ervan in het hervormd recht, zullen de regels rond die inbreng nog
lang rechtskracht behouden op grond van de overgangsbepalingen. Deze zijn echter te abstract om zonder meer toegepast te kunnen worden in de praktijk.
RKN 40
Sprekers/auteurs:
De planschadevergoeding: recente evoluties
Prof. dr. Geert Van Hoorick, hoogleraar UGent
In deze bijdrage geeft de spreker duiding bij mogelijke belangrijke wijzigingen aan de planschadevergoedingsregeling in de ruimtelijke ordening, naar aanleiding van ontwikkelingen in verband met het voorontwerp van het Instrumentendecreet, dat een grondige hervorming van de planschadevergoeding beoogt. Ook de relatie met de bouwshift komt daarbij aan bod.
De akte van erfopvolging en haar publiciteit (vermoedelijk) vanaf 1 juli 2022
Dr. Charlotte Willemot, praktijkassistent UGent en juridisch adviseur Fednot
De notariële wereld is uiteraard goed bekend met de attesten en akten van erfopvolging, die immers onmisbare instrumenten zijn voor het afhandelen van een nalatenschap. Toch loopt het vrijgeven van de tegoeden van de overledene zelfs met een attest of akte van erfopvolging niet altijd even vlot. Daarnaast zullen heel wat akten van erfopvolging in de nabije toekomst verplicht moeten worden overgeschreven op het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (door de inwerkingtreding van artikel 3.30, 7° BW). Deze fundamentele wijziging in ons stelsel van hypothecaire publiciteit roept ook voor het notariaat een aantal praktische vragen op. Dr. Charlotte Willemot onderzoekt enkele pijnpunten in de huidige toepassing en werpt een blik op de nieuwe regeling die binnenkort in werking treedt.
De notariële aansprakelijkheid, een onderwerp dat ‘aanspreekt’
Stan Devos, doctoraatsonderzoeker/praktijkassistent UGent en notaris
Daan De Witte, praktijkassistent UGent en kandidaat-notaris
De lijst aan verplichtingen waarmee een notaris rekening moet houden is op zijn minst aanzienlijk te noemen. Niet alleen in de Notariswet worden er tientallen opgesomd, tal van andere wetten, decreten, besluiten en reglementen voegen er nog onnoemelijk veel aan toe. Deze verplichtingen komen uiteraard de rechtszekerheid in het algemeen en de burger in het bijzonder ten goede. Maar is het verwonderlijk dat er af en toe eentje aan de aandacht ontsnapt?
In hoeverre is de notaris dan aansprakelijk? Wat kunnen we leren uit het verleden? In deze uiteenzetting wordt een analyse gemaakt van de voorbije tien jaar aan rechtspraak en rechtsleer over de (al dan niet) aansprakelijkheid van de notaris met de bedoeling de voornaamste valkuilen onder de aandacht te brengen.
RKN 44
Sprekers/auteurs:
De notaris en de internationale nalatenschap
Prof. dr. Cedric Vanleenhove, docent UGent
De notaris die een nalatenschap met grensoverschrijdende aanknopingspunten moet behandelen wordt geconfronteerd met verschillende kwesties van internationaal privaatrecht. Is de notaris überhaupt bevoegd en wat is het toepasselijk erfrecht? Onder welk stelsel was de erfl ater gehuwd? Welke erfopties zijn mogelijk en hoe moeten deze door een onbekwame uitgeoefend worden? Hoe kan er volmacht gegeven worden en wat zijn de gevolgen van de EEV? De uiteenzetting maakt de notaris wegwijs in diverse aspecten van het IPR.
Het bewijs van vergoedingsrekeningen in het licht van de cassatierechtspraak vandaag
Mr. Evelien Mattelin, advocaat bij Phariseau & Mattelin Advocaten
Nadat de eigen gelden van een echtgenoot in de huwgemeenschap zijn terechtgekomen, wenst die echtgenoot de gelden veelal te recupereren na de ontbinding van het stelsel. Het is belangrijk om te vermelden dat dit recht op vergoeding pas kan ontstaan wanneer de eigen gelden hun individueel karakter hebben verloren. De vraag stelt zich dan in welke gevallen er recht is op vergoeding, vanaf welk ogenblik dit recht precies ontstaat en hoe die echtgenoot zijn recht op vergoeding moet bewijzen. Dat het antwoord op voormelde vraag niet vanzelfsprekend is, blijkt uit het feit dat het Hof van Cassatie zich over deze kwestie meerdere malen heeft moeten uitspreken. Dit thema is dan ook een veelbesproken onderwerp in de rechtsliteratuur en is van belang voor het notariaat.
Rechtspraak inzake appartementsmede-eigendom (2019-2023): notariële perspectieven
Dr. Charlotte Willemot, notarieel jurist en praktijkassistent UGent
Deze bijdrage biedt een selectief overzicht van rechtspraak met betrekking tot appartementsmede-eigendom, gepubliceerd tussen 1 januari 2019 en 31 december 2023. De auteur heeft niet de intentie om een allesomvattend overzicht van jurisprudentie te geven, maar bespreekt zorgvuldig gekozen uitspraken vanuit een ‘notariële’ invalshoek. Het doel bestaat erin notarissen, kandidaat-notarissen en notariële medewerkers een overzicht te bieden van recente ontwikkelingen op het gebied van appartementsmede-eigendom die van invloed kunnen zijn op hun praktijk. De bijdrage is gestructureerd rond vijf kernthema’s die van bijzonder belang zijn voor het notariaat: Hoofdstuk 1) De toepassing en uitsluiting van het appartementsrecht; Hoofdstuk 2) Bijzondere bepalingen in de statuten; Hoofdstuk 3) Gemeenschappelijke en privatieve delen; Hoofdstuk 4) De vereniging van mede-eigenaars (rechtspersoon); en Hoofdstuk 5) Deelverenigingen.





